Data is het nieuwe goud. Maar met alleen data kom je er niet: data wordt pas nuttig wanneer je het kan gebruiken om conclusies te trekken en beslissingen op te baseren. Data-analyse en Business Intelligence (BI) kunnen inzichten geven die bijdragen aan verlaging van werkdruk. Maar hoe zit dit voor de zorg? Jeroen van Haaren, BI Consultant bij Vcare, en Mike van Eekelen, Customer Service Manager bij Vcare, gaan hierover in gesprek.
In Nederland is het mogelijk om de gezondheidszorg verder te verbeteren door het effectieve gebruik van data. Zorgverleners kunnen gebruikmaken van gegevens zoals medische geschiedenissen, behandelingen en resultaten om de praktijk van de gezondheidszorg te optimaliseren. Door het analyseren van de gegevens tussen verschillende zorgverleners en instellingen kan waardevolle kennis worden verkregen die bijdraagt aan een betere coördinatie en afstemming van zorg. Dit stelt zorgverleners in staat om op basis van concrete resultaten hun behandelmethoden aan te passen en effectievere zorgplannen op te stellen. Het delen van gegevens speelt hierbij een cruciale rol, waarbij zorginstellingen en professionals samenwerken om een alomvattend beeld van de patiëntgezondheid te verkrijgen en zo de kwaliteit van zorg in Nederland naar een hoger niveau te tillen.
Bij vele organisaties speelt de waarde van deze persoonsgegevens een steeds grotere rol, vertelt Jeroen: “Alle moderne organisaties worden steeds afhankelijker van data en kiezen hier bewust voor. Het belang om inzicht te krijgen in je data groeit in elke branche, dus ook in de zorgsector. Wij hebben veel te maken met Huisartsenposten (HAPs), hier wordt het inzicht in data ook steeds belangrijker. Deels komt dit doordat de data aangeleverd moet worden aan branche organisaties en verzekeraars, maar het wordt ook gebruikt voor het eigen capaciteitsmanagement. Data kan bijvoorbeeld ondersteunen bij het maken van een planning.”
Mike herkent dit: “Het is inderdaad ‘stuur-informatie’: de juiste informatie stuurt je processen. Zo kun je processen en mensen in een organisatie optimaal managen. Data analyse geeft een heel feitelijk en duidelijk beeld van wat zich afspeelt binnen een organisatie en maakt verbeterpunten inzichtelijk. Wij voorzien onze klanten van telefoniedata, maar ook van data gerelateerd aan de capaciteit op ons systeem. Met dit laatste kunnen we de beschikbaarheid van medewerkers op het Vcare communicatieplatform inzichtelijk maken.”
Jeroen vult daarop aan: “Eigenlijk gebruik je deze getallen en data om keuzes te onderbouwen. Grote HAPs bijvoorbeeld hebben hun eigen data-analisten die aan de slag gaan met de data die we ze aanleveren. Zij gebruiken de data ook om eigen plannen te kunnen maken. Wij hebben waardevolle data voor zorg-organisaties. Zelfs landelijke organisaties kloppen aan om onderzoek te doen met onze data.”
Data wordt pas nuttig wanneer je het kunt interpreteren. Jeroen vertelt hoe dit werkt: “Data, data analyse en BI leveren niet meteen een directe oplossing van knelpunten. Met alleen data kun je bijvoorbeeld niet direct een personeelstekort oplossen. Maar, het zorgt wel voor inzicht en bewustwording onder managers, triagisten en doktersassistenten. Op basis hiervan kunnen beslissingen gemaakt worden die bijdragen aan snellere afhandeling van telefoontjes of meer mensen in te plannen op bepaalde tijdstippen.”
“We zijn een softwareontwikkelingsbedrijf waar toevallig de data beschikbaar komt door al het werk wat wij doen. Via de telefonie, SMS berichten en integraties” vertelt Mike. “Er is 1 ding dat we missen in onze data: welke patiëntenpopulatie er belt. Bijvoorbeeld ouderen, ouders met jonge kinderen, of mensen met een chronische aandoening. Wanneer we kunnen zien dat een bepaalde patiëntpopulatie meer belt dan een andere patiëntpopulatie kan daar op ingespeeld worden.”
Jeroen haakt in: “Wanneer er genoeg data over dit soort patiëntpopulaties is kunnen we constateren of de ene populatie echt meer belt dan de andere. Wanneer dit bij overheidsinstanties terecht komt zouden er nagedacht kunnen worden over voorlichtingsprogramma’s om onnodig bellen te voorkomen binnen zo’n populatie.
Daarnaast zouden we data ook kunnen bekijken per soort triage-gesprek. Bijvoorbeeld triage-gesprekken rondom hoofdletsel of verzwikte enkels. Dan kunnen triagisten opgeleid worden voor een bepaald ziektebeeld, wat kan leiden tot doktersassistenten en triagisten met verschillende specialismen binnen huisartsenpraktijken en HAPs. Specialisatie heeft vaak efficiëntie tot gevolg.”
“De valkuil van BI in de zorg is dat je niet kan voorkomen dat data op verschillende manieren geïnterpreteerd wordt. Consensus over data interpretatie is belangrijk” vertelt Jeroen over de keerzijde van BI. “Daarnaast is privacy een vraagstuk wanneer je data wil gebruiken. Maar zolang data geanonimiseerd is, is het geen probleem om te het te gebruiken.”
“Bij het zoeken naar manieren om data in de zorg mee te nemen, gaat het erom boven alles een disclaimer te stellen om privacy te waarborgen, terwijl we uit de beschikbare gegevens de beste inzichten proberen terug te halen.”
BI is in opkomst. Volgens Jeroen kan dit voordelig zijn voor de zorg: “Data, data-analyse en BI zijn nog lang niet waar het zou moeten zijn binnen de zorg. Dat heeft te maken met hoe moeilijk het is om informatie over patiënten te delen. Heel begrijpelijk, maar voor ontwikkeling in dit gebied helaas wel beperkend.
Data in de zorg kan inzicht in een essentieel onderdeel van het werkproces verschaffen voor huisartsenpraktijken en HAPs: het telefoonverkeer. Als je hierover data kan genereren is dat waardevol. Als BI en zorginhoudelijke data gekoppeld kunnen worden kan dit helpen met het in kaart brengen van het hele zorgproces van de patiënt: van zorgvraag tot specialist tot interventie.
Ik zou het liefst BI toepassen om drukte op de HAPs te voorspellen. Dat een huisartsenpost op basis van data een alarmering krijgt dat ze rekening moeten houden met drukte zodat ze extra triagisten in kunnen plannen.”
Mike: “Dit is wel wat klanten van ons vragen, er zit veel toegevoegde waarde in. Data is de eerste stap: hiermee kun je in kaart brengen waar de knelpunten zitten. Dan kun je verder gaan kijken naar oplossingen.”